Sinds wanneer besteden mensen aandacht aan het binnenklimaat?
Hoewel er al sinds de jaren 1930 onderzoek wordt gedaan naar het binnenmilieu, werd het pas echt een aandachtspunt na de energiecrisis in de jaren 70, toen we begonnen te proberen het energieverbruik in verband met HVAC (verwarming, ventilatie en airconditioning) te verminderen. In de VS bijvoorbeeld werd tijdens de crisis halverwege de jaren 70 de ventilatie van kantoorgebouwen met twee derde verminderd. Toen begonnen we echt klachten te krijgen over slechte binnenmilieus, en het onderzoek is sindsdien gestaag toegenomen.
Traditioneel zijn er vier belangrijke parameters voor het binnenmilieu. Ten eerste is er de luchtkwaliteit, die kijkt naar wat er in de lucht zit. Dan is er de thermische kwaliteit, die zich richt op temperaturen en tocht. Dan is er akoestiek en geluid, en ten slotte: verlichting. Wij bestuderen het effect van deze factoren op de gebruikers van het gebouw. Er zijn drie hoofdgroepen van effecten. De eerste is perceptie: hoe 'voelt' iemand zich in de omgeving; is het te warm, te koud, te licht, te donker, te lawaaierig, te stil, enz. Dan zijn er echte fysieke symptomen zoals droge ogen, loopneuzen, vermoeidheid of hoofdpijn. Aan het andere eind van het spectrum bevindt zich ziekte. Wij concentreren ons hoofdzakelijk op de eerste twee - waarnemingen en symptomen.
Waar heeft dit onderzoek toe geleid?
We zijn begonnen met productiviteit onder de loep te nemen, en het onderzoek is zeer interessant. In één onderzoek vroegen we vrijwilligers om drie dagen te komen werken in kantoren die we hier op de campus hebben. We lieten hen werken in verschillende ruimten, waarin we de temperatuur, de akoestiek, de luchtkwaliteit enzovoort veranderden. We registreerden hun prestaties op verschillende taken. Wat we zagen was een daling van de prestaties met 5-10% in een slechtere werkomgeving.
Als je dit productiviteitsverlies afzet tegen wat het kost om een goed binnenmilieu te creëren, hoef je geen genie te zijn om te bedenken dat je er alles aan moet doen om van meet af aan een goed binnenklimaat te creëren. Dankzij dit onderzoek beginnen we meer aandacht te krijgen van architecten en bouwers.
Waar moeten eigenaars van gebouwen de meeste aandacht aan besteden?
Ten eerste: bouwmaterialen. Je wilt binnenshuis geen vervuilende bronnen hebben. Dit kan van alles zijn, van stinkende tapijten tot fotokopieerapparaten die ozon produceren. Vervolgens wil je voldoende ventilatie en een comfortabele thermische omgeving; we zien hier veel problemen ontstaan. Besteed vervolgens aandacht aan de akoestiek. Niet alle materialen die goed zijn voor het beheersen van de akoestiek zijn ook goed voor de andere factoren; je moet kijken naar het beheersen van de akoestiek met materialen die niet bijdragen tot vervuiling en die de thermische omgeving in stand houden. Zoals ik al eerder zei, moet er een evenwicht zijn tussen deze drie.
Geo Clausen
Geo Clausen is universitair hoofddocent aan het Internationaal Centrum voor Binnenmilieu en Energie (ICIEE) van de Technische Universiteit van Denemarken. Hij heeft verschillende vergelijkende studies gepubliceerd over ongemak veroorzaakt door luchtverontreiniging, thermische omstandigheden en lawaai binnenshuis.